Geslaagde avond over Voorzorgcirkels: Omzien naar elkaar
Op 5 juni 2025 vond een informatieavond plaats over voorzorgcirkels, georganiseerd door Texel Samen Beter, de Seniorenvereniging, Texels Welzijn en de Gemeente Texel. Circa 45 belangstellenden waren aanwezig. Hieronder leest u het volledige verslag van deze geslaagde avond.
Verslag informatieavond 05-06-2025 over “Voorzorgcirkels: omzien naar elkaar".
Organisatie van de avond: Texel Samen Beter (TSB) samen met de Seniorenvereniging, met ondersteuning door de Gemeente en Texels Welzijn.
Spreker: Annemarie van de Wal van NLZVE (Nederland Zorgt Voor Elkaar) voor zeker 45 geïnteresseerden.
Mariska Kooijmans-Coutinho (TSB) heet de aanwezigen welkom. Zij vervangt deze keer Jan Hoekstra, de voorzitter van TSB, die in het buitenland is. Ze vertelt over de samenwerking tussen Seniorenvereniging Texel, Texel Samen Beter, Texels Welzijn en de Gemeente over dit onderwerp. Ze introduceert de spreker, Annemarie van de Wal van NLZVE en ze verwelkomt ook de vertegenwoordigers van de dorpen, die bereid zijn om hun ervaringen te vertellen van omzien naar elkaar in de dorpen.
Annemarie begint haar presentatie met een introductie over een onderzoek in het land van Cuijk, naar de behoefte aan hulp in eigen omgeving, beschreven door Henk Geene in zijn boek ‘Voorzorgcirkels als antwoord op vergrijzing’). Uit het onderzoek van Henk kwam naar voren dat er zeker behoefte is aan hulp in de eigen omgeving. Maar tegelijkertijd vinden we het vragen om hulp moeilijk. Hulp geven of aanbieden gaat ons gemakkelijker af. Het opzetten van voorzorgcirkels is een structurele vorm om op kleine schaal hulp te organiseren, en zowel het vragen om hulp als het aanbieden en leveren van hulp te vergemakkelijken.
Annemarie beschrijft het ontstaan van de beweging Nederland Zorgt Voor Elkaar (NLZVE) en vertelt over Henk Geene en zijn drijfveer om tot ‘voorzorgcirkels’ te komen. Een film illustreert haar verhaal. Ze licht toe wat een voorzorgcirkel kan bieden: je kunt op je omgeving rekenen en dat voelt veilig. Deelnemen aan een cirkel is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Deelname moet uit het hart komen. Je geeft vandaag en ontvangt morgen. Ook legt ze uit hoe NLZVE advies geeft bij het opzetten van de voorzorgcirkels in den lande, en materialen heeft ontwikkeld die het opzetten van de voorzorgcirkels ondersteunen.
Een voorzorgcirkel moet niet te klein, maar ook niet te groot zijn. Plusminus 10 à 15 adressen is mooi. Binnen de cirkels kan iemand zich als verbinder opwerpen. Zo’n verbinder onderhoudt het contact met de mensen die deel uitmaken van de cirkel, maar kan ook contact onderhouden met verbinders van andere cirkels, of met ‘de zorg’. Daarbij staat voorop dat ‘de zorg’ vooral ‘de zorg’ moet blijven. De leden van de cirkel nemen in principe geen zorgtaken over van bijvoorbeeld thuiszorg.
Uit de zaal komt de vraag of ook jongeren onderdeel kunnen uitmaken van een cirkel. Het antwoord daarop is ja, maar laat mensen vrij in hun keuze. Annemarie geeft aan hoe belangrijk het is om op tijd na te denken over je eigen toekomst als zorgvrager en bieder. Zelf is ze 50 en ze realiseert zich dat de leeftijd waarop ze niet als vanzelfsprekend een beroep kan doen op professionele zorg niet ver weg is. Op haar leeftijd moet je eigenlijk al anticiperen op een toename van zorgbehoefte in de toekomst.
Een andere vraag uit de zaal is hoe je mensen kunt bereiken om zo’n cirkel op te zetten. Niet iedereen komt naar een informatieavond zoals deze, dus het uitdragen van de opgedane kennis is een eerste stap naar samenwerking. Annemarie geeft als suggestie dat je een uitnodigingsformulier kunt maken. Zo’n uitnodiging moet je liefst persoonlijk overhandigen. Het domweg in de brievenbus werpen gaat niet werken, zoals de NLZVE groep heeft ervaren.
Iemand die werkzaam is in het verpleeghuis vraagt of een voorzorgcirkel mee kan verhuizen naar het verpleeghuis wanneer iemand van de cirkel daarin wordt opgenomen. Annemarie legt uit dat er op dit moment daarvan geen voorbeelden zijn. Wel werd een cirkel opgezet rond iemand die uit het ziekenhuis kwam en extra praktische hulp nodig had. “Kruisbestuiving” is vaak mogelijk.
Na deze vragenronde neemt Gatske IJkema de microfoon over en legt de vertegenwoordigers uit de dorpen een aantal vragen voor, om een beeld te krijgen welke vormen van ‘naoberschap’ er zoal op Texel bestaan.
Annie Dros uit de Wilsterstraat in den Burg vertelt dat vanaf het begin er al aandacht voor elkaar was in de straat. Recentelijk zijn er nogal wat mensen overleden en lijkt de behoefte aan contact te zijn toegenomen. Als antwoord daarop houdt Annie wekelijks op maandag een koffieochtend. Tijdens die koffieochtenden komen ook de (hulp)vragen. Verder heeft men een buurtApp met circa 15 mensen. Bekendheid met elkaar maakt het gemakkelijker om te vragen, aldus Annie.
Albert Hoven uit Oosterend heeft het contact met bewoners onderling ooit ‘vitaminen van het dorp' genoemd. Het letten op elkaar is in Oosterend vanzelfsprekend. Naast een straatApp en een algemene OosterendApp zijn er samenkomsten in het dorpshuis. Er is een koffiegroep en een wandelgroep, en uitwisseling van informatie bij de scholen door ouders is ook een vorm van omzien naar elkaar. Albert zelf verkiest deze natuurlijke processen boven het opzetten van voorzorgcirkels.
Veronica van Beek uit De Koog vertelt dat er veel gebeurt in en rond het dorpshuis. Mensen sluiten zich er gemakkelijk aan. Ook De Koog heeft een dorpsApp en een kletsApp groep.
In De Waal is binnen het dorpskarakter omkijken naar elkaar gewoon. Iemand vertelt over haar bejaarde moeder die in de Waal woont. Naar haar moeder wordt als vanzelfsprekend omgezien. Zelf woont ze in de Tunen, waar ze minder betrokkenheid ervaart.
Christa Bakker- Kamminga geeft aan dat in Den Hoorn het dorpshuis een centrale rol speelt. Er is onder andere een inloopcafé. Men weet elkaar te vinden wanneer er hulp nodig is. Echter, weerstand om hulp te vragen is er ook.
In Oudeschild is ook veel betrokkenheid. Veel contacten hebben plaats in het dorpshuis. De beheerder van het dorpshuis is een huiswerkgroepje gestart voor jongeren die thuis onvoldoende toekomen aan huiswerk maken. Verder wordt een voorbeeld genoemd van een dementerende man die voortdurend de weg kwijt was. Het hele dorp hielp mee om hem, wanneer nodig, richting huis te begeleiden. Zo heeft hij na het begin van zijn verwardheid door dementie nog 7 jaar thuis kunnen wonen.
De Cocksdorp heeft de film over ‘voorzorgcirkels’ al eerder gezien en is enthousiast over het idee. De Cocksdorp heeft al een Appgroep, en in het buurthuis is een ‘soepgroep’. Deze groep bereidt geregeld samen soep, om deze dan vervolgens op te eten. Ook wordt er gebarbecued, en via de App, de soepgroep, de buurtbarbecue en rond de school vindt veel uitwisseling plaats. Door elkaar direct te bevragen gebeurt er meer dan alleen via de App zichtbaar is.
Samenvattend stelt Annemarie dat een Appgroep kan bijdragen aan zorgen voor elkaar, maar met alleen een App ben je er nog niet.
Henry Soyer vraagt of ‘voorzorgcirkels’ de steun van de politiek nodig hebben, en Annemarie vindt dat de Gemeente moet uitdragen dat ze erachter staat. Dit kan bijvoorbeeld door ruimte te faciliteren waar groepjes bij elkaar kunnen komen.
Als laatste wordt gevraagd of er valstrikken zijn waarvoor opgepast moet worden, bijvoorbeeld dat mensen uitgesloten worden van een cirkel? Annemarie geeft als advies om met elkaar erover aan de praat te blijven en niet al te gemakkelijk iemand op te geven.
Mariska bedankt spreker Annemarie, de voorbereiders van deze interessante avond (Gatske Ykema namens TSB, André van Gent en Marijke Otten namens de Seniorenvereniging, en Coby Daalder die de leemtes die vielen door het wegvallen van Geert Naber opvulde), alsook de vertegenwoordigers uit de dorpen, de diverse vragenstellers uit de zaal, en Marian Huizinga die de catering in de Buureton verzorgde, en wenst een ieder wel thuis.
